Column bestuurder Erik Wissink

Cultuursensitief werken in relatie tot de pedagogische aanpak in de klas

Of: zien we het kind, zien we de cultuur van waaruit het kind voortkomt? Op zoek naar een balans.

Een dilemma. Jaren geleden, en dat kan ik tegenwoordig zeggen, want het is ruim 40 jaar geleden dat ik mijn eerste stappen in het onderwijs zette. In dit geval op MLK-school De Gagel in Utrecht. Ik kreeg de kans om in een groep 3, toen nog de eerste klas, ervaring op te doen. Ik vond het een geweldige uitdaging en ervaring naast mijn studie orthopedagogiek aan de universiteit.

Hoe dankbaar ben ik de kinderen in die klas, want wat heb ik daar veel geleerd en wat heb ik er veel in verwondering gestaan. Ik heb in die tijd veel sleutelervaringen opgedaan, waar ik nu nog van profiteer en die nog regelmatig voorbijkomen in mijn huidige praktijk. Ik vond mezelf toen (in al mijn onnozelheid) een goede leerkracht, maar niet voor ieder kind. Er waren in die klas kinderen wiens gedrag ik niet volledig kon plaatsen en die me als jonge professional veel hoofdbrekens opleverden.

Een van deze kinderen was Aicha. Zij was afkomstig uit een traditioneel Berbers gezin uit Marokko. Aicha stelde met haar gedrag vaak mijn autoriteit ter discussie. Ze leidde kinderen af van het werk en was vaak betrokken bij conflicten. Zoals ik geleerd had op de pedagogische academie ging ik vaak het gesprek met haar aan op gevoelsniveau. ‘Wat zal het andere kindje ervan vinden dat jij dit doet? Wat voor gevoel heb je er zelf bij?’ Ik werd door mijn gepraat steeds ongeloofwaardiger voor Aicha, en zij werd voor mij een steeds groter vraagstuk. Zodanig dat ik haar met collega’s ging bespreken. Zij gaven me de tip om veel duidelijker naar haar te zijn. En met duidelijker werd bedoeld: strenger. Want, en hier gaat het nu om, dat is ze in haar cultuur gewend. Deze generalisering doet mij, jaren na dato, veel.

Mijn gedrag naar Aicha paste ik aan: ik werd heel streng en duidelijk naar haar. Het hielp haar het gedrag enigszins aan te passen. Maar ik veranderde mijn gedrag vanuit de verkeerde motivatie. Het had mij veel meer geholpen als ik meer zicht had gehad op de culturele omstandigheden waarin Aicha opgroeide, om hier vervolgens de balans in te zoeken met de pedagogische hulpvraag die Aicha mij stelde. Geef mij structuur, maak duidelijk wat je van mij verwacht, wees voorspelbaar en laat zien dat je mij erkent en herkent. Vooral bij dit laatste komt het culturele aspect voorbij.

Het had mij enorm geholpen als er iemand naast me had gestaan die mij het gedrag van Aicha had helpen te begrijpen, cultureel en pedagogisch. Mede om deze reden ben ik zo trots op het project dat wij, mede mogelijk gemaakt dankzij ASML, hebben opgezet. Binnen ‘Samen leren in diversiteit’ is cultureel sensitief werken een belangrijke factor om te komen tot inclusief onderwijs. Cultuur vraagt om een pedagogische aanpak die flexibel, sensitief en inclusief is, en waarbij respect voor diversiteit en gelijke kansen centraal staan. Maar het start wel met kijken naar het kind vanuit de kernwaarde dat ieder kind dezelfde kans verdient.

Ik ben Aicha nog steeds dankbaar. Het heeft mij bijna 40 jaar gekost om het dilemma waar zij mij voor stelde te begrijpen. Ik zou willen dat ik haar dit alsnog kon vertellen.