Om samen te werken aan zo thuisnabij mogelijk onderwijs werken we in scholenkringen op gemeentelijk niveau. Deze scholenkringen worden gevormd door vertegenwoordigers van scholen van verschillende besturen en een coördinator passend onderwijs van het stafbureau van het SWV. Met deze professional wordt samengewerkt in het realiseren van het passende aanbod voor het kind.
Bekijk contactpersonen Bekijk SO/SBO scholen Bekijk schoolbesturenDe school waar de leerling wordt aangemeld heeft de zorgplicht. Dat betekent dat de school verantwoordelijk is voor het bieden van een passende plek voor de leerling, als er plaatsruimte is op de school van aanmelding. Zodra dit het geval is beoordeelt de school eerst of zij de leerling zelf de benodigde ondersteuning kan bieden. Als dat niet het geval is, gaan ouders en school in gesprek over een plek op een andere school die de leerling wel een passend aanbod kan bieden.
Om de kwaliteit van het samenwerkingsverband te kunnen beoordelen, is het nodig:
Bij een kwaliteitsonderzoek maakt de inspectie gebruik van een waarderingskader. De inspectie gebruikt drie kwaliteitsaspecten: 1. Resultaten 2. Management en organisatie 3. Kwaliteitszorg.
Het toezicht is risicogestuurd. Als uit een risicoanalyse blijkt dat er signalen of aanwijzingen zijn dat het samenwerkingsverband onvoldoende kwaliteit levert, voert de inspectie een kwaliteitsonderzoek uit. Tijdens dat kwaliteitsonderzoek stelt de inspectie aan de hand van een waarderingskader vast of er tekortkomingen zijn. Voor de risicoanalyse hanteert de inspectie een risicomodel dat is gebaseerd op 6 parameters. Deze zijn ook te vinden in het toezichtkader samenwerkingsverbanden (zie onderzoekskaders po, vo en (v)so.
In het ondersteuningsplan legt het samenwerkingsverband vast hoe passend onderwijs in hun regio wordt vormgegeven. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste 1 keer per 4 jaar opgesteld. Het ondersteuningsplan is gebaseerd op de schoolondersteuningsprofielen van de deelnemende scholen.
Inhoud van het ondersteuningsplan
In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband PO worden de volgende onderdelen beschreven:
Vaststelling ondersteuningsplan
Voordat het plan kan worden vastgesteld, voert het samenwerkingsverband op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de gemeente(n). Ook moet de ondersteuningsplanraad (OPR) instemmen met het ondersteuningsplan.
Het is belangrijk dat er een transparante samenhang is tussen de inhoudelijke plannen van het samenwerkingsverband en de inzet van de financiën. Een programmatisch opgebouwde begroting voorziet hier in. De begrotingsmodellen die de VO-raad faciliteert voorzien hier in.
Verder is het van belang te weten wat het financieel perspectief van het samenwerkingsverband is, krijgt men de komende jaren te maken met een positieve of met een negatieve verevening. Voorts is het noodzakelijk kennis te hebben van de overgangsregels in de bekostiging.
Tenslotte is het van groot belang dat het samenwerkingsverband het financieel management goed vorm geeft, zodat men ín control’ is. Zie voor veel meer informatie over bovenstaande vijf tips de ‘Handreiking bedrijfsvoering en financieel management SWV VO’.
De samenwerkingsverbanden zijn hier autonoom in. De wet biedt veel vrijheid. De keuzes die het samenwerkingsverband maakt worden vastgelegd in het Ondersteuningsplan (inclusief de meerjarenbegroting).
In beginsel zijn de budgetten die het samenwerkingsverband ontvangt een lumpsum, maar er zijn wel verplichte afdrachten voor leerlingen die het samenwerkingsverband verwezen heeft naar vso, lwoo en pro. En er zijn regels voor korting op het lumpsum budget van de schoolbesturen in (extreme) situaties waarin het samenwerkingsverband relatief erg veel leerlingen plaatst in het vso of lwoo/pro.
Zie voor veel meer informatie over bovenstaande de ‘Handreiking bedrijfsvoering en financieel management SWV VO’
Als samenwerkingsverband streven we naar passend en steeds inclusiever onderwijs voor alle kinderen in de regio, afgestemd op zijn of haar behoefte. Samen brengen we de onderwijsbehoefte in kaart en stellen we vast welke ondersteuning nodig is. Het SWV begeleidt de onderzoeksfase en kijkt wat de mogelijkheden zijn.
Bekijk mogelijkhedenEen kind heeft extra ondersteuning nodig. Soms is het al duidelijk wat het kind nodig heeft en soms is het juist nodig om hulp in te schakelen bij het bepalen van de ondersteuningsbehoefte. Door middel van verschillende arrangementen en expertises bieden we een zo dekkend mogelijk aanbod.
Bekijk mogelijkheden