Interview Lone Linssen

Raad van bestuur Spring kinderopvang en lid van stuurgroep Netwerk Jonge Kind

‘Alle kinderen hebben recht op ontwikkeling – ongeacht hun startpositie’

Sinds maart 2024 vormt Lone Linssen samen met een collega het bestuur van Spring Kinderopvang. Met een achtergrond in de orthopedagogiek en jarenlange ervaring in de jeugdhulp en gehandicaptenzorg, brengt ze een scherpe visie en een groot hart voor kinderen mee. Binnen het Netwerk Jonge Kind, dat door het Samenwerkingsverband Helmond-Peelland PO wordt gefaciliteerd, zet Lone zich actief in voor een inclusieve benadering van kindontwikkeling.

Van individueel naar systeemniveau

‘Ik ben begonnen in de individuele hulpverlening, maar merkte al snel: ik wil meer impact maken dan alleen op het niveau van één kind. Ik wil het systeem veranderen.’ Die ambitie bracht haar via directeurschappen in de gehandicaptenzorg en jeugdhulp naar de maatschappelijke kinderopvang. ‘Wat mij aantrok in Spring is dat het niet alleen om opvang gaat, maar ook om een maatschappelijke opdracht. Wij willen er zijn voor alle kinderen, juist ook voor kinderen die wat meer nodig hebben.’

Samenwerken aan kansen

Als lid van het Netwerk Jonge Kind is Lone onder de indruk van de diversiteit aan partners: van onderwijs en kinderopvang tot gemeenten en jeugdhulp. ‘Daar zit echt het hele palet aan tafel. Dat is een enorme kracht.’ Tegelijkertijd ziet ze dat het benutten van die kracht niet vanzelf gaat. ‘We hebben de neiging om veel te praten over wat er niet goed gaat. Ik geloof dat we meer mogen focussen op wat wél kan, en vooral: wat wij daar zélf in kunnen doen.’

Peuteropvang als springplank

Een belangrijk thema voor Lone is de toegankelijkheid van de peuteropvang. ‘Te vaak zien we in de regio kinderen die niet schoolrijp zijn. Dan denk ik: hoe komt het dat we dit kind niet eerder hebben gezien? In de samenwerking met onder andere de GGD kunnen we voorkomen dat kinderen uit beeld blijven en daarmee kunnen we samen met opvang en onderwijs de instroom in onderwijs beter organiseren.’ Spring werkt inmiddels aan concrete oplossingen, zoals het in samenwerking met OBSH bieden van een tussenvoorziening in de wijk Rijpelberg, waar jonge kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte in een samenwerking tussen school en opvang kunnen groeien naar een plek in het reguliere onderwijs. ‘Een prachtig voorbeeld van hoe het anders kan.’

In de situatie zelf het verschil maken

Lone pleit voor het helpen van kinderen in hun eigen leefomgeving. ‘We moeten af van het idee dat het probleem bij het kind ligt. Het zit in de interactie. Als je een kind leert samen spelen op een andere plek, en daarna weer terugzet in dezelfde situatie zonder de context te veranderen, dan verandert er niets.’
Ze beseft dat organisaties beperkt worden door beleid, financiën of wetgeving. ‘Maar ik probeer altijd te kijken: wat kan ik nu al zelf doen? Wachten op de gemeente of het Rijk is soms nodig, maar mag geen excuus zijn om stil te blijven staan.’

Met die houding schreef ze in Helmond een plan om de peuteropvang toegankelijker te maken, en zoekt ze actief naar strategische samenwerkingen – bijvoorbeeld met ORO, om een geïntegreerde BSO te realiseren.

Gedeelde visie, gedeelde verantwoordelijkheid

De klik met het Samenwerkingsverband ligt voor Lone in de gedeelde drive. ‘We willen allemaal het beste voor kinderen. En als we dat als uitgangspunt nemen, komen we er wel.’ Daarbij is haar boodschap helder: ‘We moeten kleiner durven kijken. Ontwikkeling is er in alle vormen. Ook een kind dat op z’n twaalfde leert een bal te rollen, ontwikkelt zich. Laten we beginnen bij wat wél kan.’