Breinbeweging: Giel en Emelie in gesprek over de lesmethode voor hoogbegaafde leerlingen
Wat gebeurt er als je executieve functies combineert met bewegingsonderwijs? Breinbeweging is een lesmethode die precies dat doet. Het is een aanpak waarin kinderen spelenderwijs werken aan hun executieve functies, zoals zelfregulatie, werkgeheugen en flexibiliteit. En dat allemaal terwijl ze actief bezig zijn in de gymzaal. Emelie Bartelds (manager passend onderwijs bij het SWV-Helmond Peelland PO) gaat in gesprek met Giel Swinkels (buurtsportcoach opvang en onderwijs bij Jibb+). Samen werkten ze aan deze methode en dachten ze na over de praktijk én de theorie.
Aan de slag met executieve functies
Giel heeft de Breinbeweging-methode afgelopen schooljaar in zijn gymlessen ingezet. Daarbij zag hij van dichtbij wat het doet met kinderen, met name bij hoogbegaafde leerlingen. Bijvoorbeeld op De Level Up, een afdeling van basisschool de Lindt waar cognitieve uitdaging en extra ondersteuning hand in hand gaan.
Giel: ‘De Level Up is uniek, omdat die een concentratie heeft van hoogbegaafde kinderen, die met hun eigen uitdagingen kampen. Veel scholen hebben wel plusgroepen, waar ze dan een woensdag of vrijdag vaak extra uitdaging bieden. Deze scholen hebben veel interesse om met Breinbeweging aan de slag te gaan, om leerlingen extra uit te dagen. Dat maakt het programma ook unieker dan een gewone beweegles.’
Hij gaat verder:
‘De kinderen begrepen mij verrassend goed als ik het had over executieve functies. Bijvoorbeeld: ‘We gaan nu deze oefening doen, en dan letten we op reactie-inhibitie. Lukt het je om eerst te denken en dan pas te doen?’ Die koppeling werkte best goed.’
Wat opvalt: kinderen kunnen vaak meer dan je denkt – maar het schuurt soms. En dat moet ook:
‘Sommige kinderen werden snel boos, of deden eerst en dachten dan pas na. Anderen waren juist weer heel goed in dingen als werkgeheugen: opdrachten onthouden terwijl ze door een parcours gingen. En als iets niet lukte? Dan lag daar meteen weer een leerpunt.’
Leren omgaan met frustratie hoort erbij
Wat Breinbeweging uniek maakt, is dat het niet alleen om fysieke activiteit draait, maar juist het ‘leren leren’ krijgt een plek in de gymles. Niet alles hoeft in één keer te lukken. En dat is niet altijd makkelijk:
‘Die kinderen zijn gewend dat dingen makkelijk gaan. Maar een bal in de korf? Dat lukt ook bij mij niet altijd in één keer. Dan is het gesprek: hoe ga je om met fouten? Mag je ook vijf keer missen? Ja, dus. Ik geef ze het gevoel dat fouten maken mag. Maar ook de transfer en door oefening op de executieve functies. Het zoeken van de zone van naaste ontwikkeling, de leerlingen prikkelen en uit hun comfort zone halen. Het mag schuren.’
De methode voorziet ook in momenten van rust. Essentieel, zegt Giel:
‘Soms is het voor kinderen te veel. Dan is het goed dat er een escape is, dat je even uit de situatie mag stappen. En het helpt als er een leerkracht bij is, zodat die later in de klas weer kan terugpakken op wat er in de gymzaal gebeurde en het leren leren kan doorzetten in de dagelijkse lessen.’
Reflecteren met je lijf – niet alleen met je hoofd
Wat deze aanpak zo krachtig maakt, is dat het kinderen even uit hun hoofd haalt. Emelie licht dat toe:
‘Meer- en hoogbegaafde kinderen zijn vaak sterk in praten, denken, redeneren. Maar bij Breinbeweging gaat het om doen. Even niet alles verwoorden, maar ervaren. Je ziet dan andere dingen ontstaan.’
Ook Giel merkte dat:
‘Ik liet ze soms letterlijk ergens gaan staan: hoe dichter bij het midden, hoe meer je het met iets eens was. Ze hoefden niks te zeggen. Maar ze gaven wel heel duidelijk aan hoe ze iets beleefden.’
De reflectie leverde mooie momenten op, ook voor kinderen die anders op de achtergrond blijven:
‘Sommige kinderen bloeiden echt op als ze een compliment kregen van een ander. Over iets wat ze moeilijk vonden, maar toch deden. Of wanneer iets beter ging dan ze vooraf hadden gedacht.’
Lesgeven met meer diepgang
Voor Giel betekende het werken met de methode ook persoonlijke groei:
‘Je gaat eigenlijk met een andere bril kijken naar je gymles. Niet alleen meer op techniek of tactiek, maar: wat gebeurt er met die executieve functies? Hoe koppel je een oefening aan een doel? Je ziet kinderen op een andere manier.’
Het project heeft hem niet alleen een nieuwe manier van lesgeven opgeleverd, maar ook een breder begrip van hoogbegaafdheid:
‘Ik snap nog steeds niet alles, maar ik zie nu beter waarom sommige kinderen dingen lastig vinden, ook al zijn ze slim. Ze willen alles meteen kunnen – en Breinbeweging helpt juist om te leren dat fouten maken oké is.’
Van pilot naar praktijk
Na de succesvolle pilot op scholen als De Lindt en de Aventurijn, wordt de methode breder uitgerold. Alle scholen binnen het samenwerkingsverband van SWV Helmond Peelland PO ontvangen een lesmap. Emelie:
‘We denken dat deze methode een hele waardevolle bijdrage kan leveren om kinderen te leren leren. Ze ervaren, op een andere manier dan wanneer ze in een werkboekje werken, wat het doet. Ze ervaren het met heel hun lijf en aan de hand van praktische voorbeelden: dit is mijn reactie-inhibitie, dit bedoelen ze met cognitieve flexibiliteit, zo kan ik mijn planning en organisatie verbeteren. Het is een heel andere manier van reflecteren op jezelf, en van leren.’
Emelie vult aan: ‘Dat is ook het mooie van de methode: leerlingen hoeven niet alles te vertellen. In plaats van woorden zetten ze hun lichaam in, bijvoorbeeld door via de afstand tot een bepaald punt aan te geven hoezeer ze het met iets eens zijn of niet. Leren leren, de executieve functies zijn belangrijk om de kwaliteiten van kinderen ook echt tot uiting te laten komen. Helaas zien we daar vaak veel kinderen op vast lopen. Hier mag meer aandacht voor zijn. Ieder kind verdient een kans en wat als we daar dan preventief al wat aan kunnen bijdragen…..’
Het enthousiasme is voelbaar bij beiden. De methode ligt er, het zaadje is geplant. ‘Het heeft wat kruim gekost,’ lacht Emelie. ‘Maar het is ook wel heel gaaf dat het nu echt van ons is,’ aldus Giel.
Wil je meer weten over de methode of zelf aan de slag? Bekijk de achtergrond en materialen op de pagina over Breinbeweging.
Bekijk de pagina over Breinbeweging