Interview Thomas Tuerlings

Wethouder Jeugd, Onderwijs en Gezondheid gemeente Helmond

“Onderwijs en zorg moeten geen losse hoofdstukken zijn, maar één verhaal.”

Sinds de zomer van 2024 is Thomas Tuerlings wethouder in Helmond. In zijn portefeuille: Jeugd, Onderwijs en Gezondheid – drie thema’s die nauw met elkaar verbonden zijn. “Of ik vooraf ‘iets met onderwijs had’? Eigenlijk niet. Maar inmiddels heeft het me meer geraakt dan ik ooit had kunnen denken.”

Tuerlings noemt zichzelf ‘verkennend’. “Ik zit nu driekwart jaar in deze rol. Daarvoor werkte ik als ambtenaar in Valkenswaard, waar ik me bezighield met politiek gevoelige en domeinoverstijgende vraagstukken – maar niet met onderwijsbeleid.” Wel is hij al tien jaar politiek actief in Helmond, eerst als commissielid, later als raadslid en fractievoorzitter. “Toen de wethouder van Onderwijs stopte, voelde ik: ik wil dit doen. En nu ik er middenin zit, merk ik dat het echt iets in me heeft losgemaakt. Er is een passie ontstaan om iets te verbeteren.”

Een veranderende wereld vraagt om inclusief onderwijs
Voor Tuerlings is het duidelijk: de samenleving verandert in rap tempo – en dat stelt ook andere eisen aan het onderwijs. “Als kind zag ik op een dag vijftig gezichten: op school, op straat, tijdens het buitenspelen. Dat was te overzien. Kinderen van nu groeien op in een wereld die duizend keer groter voelt. Ze zien en ervaren zóveel meer. Dat roept de vraag op: wie ben ik in die enorme wereld? Inclusief onderwijs helpt kinderen zichzelf te verhouden tot alle smaken die er zijn in de samenleving.”

Volgens Tuerlings is een fundamentele verandering in het onderwijssysteem nodig. “We moeten toe naar inclusief onderwijs, en af van het idee dat ‘anders zijn’ een probleem is. Iemand met ADHD of een licht verstandelijke beperking ís anders – maar dat zijn we allemaal. De kracht van een omgeving waarin variatie normaal is, is dat kinderen leren om wereldburgers te zijn.”

Maar, voegt hij daaraan toe, inclusief onderwijs is niet alleen een idealistisch verhaal. “Het moet ook werkbaar, betaalbaar en uitvoerbaar zijn. De pilot ‘Zorg in onderwijstijd’ is een stap in de goede richting, maar we blijven daarmee binnen de lijnen van het bestaande systeem. Als we echt verandering willen, moet dat systeem zelf op de schop. Dat kunnen we niet alleen als gemeente of samenwerkingsverband. Daar hebben we driekwart van de samenleving voor nodig.”

Samen bouwen aan een ‘village’ voor het kind
In Helmond ziet Tuerlings die gezamenlijke inzet. “De samenwerking tussen gemeente en onderwijs staat goed op poten. Wat me echt motiveert, is dat alle neuzen dezelfde kant op staan: samen zoeken we naar hoe we het voor het kind het beste doen. Dat geeft energie.” Daarbij is hij enthousiast over de samenwerking met het Samenwerkingsverband Helmond – Peelland PO. “Ik heb een kort lijntje met Erik (Wissink, voorzitter College van Bestuur). We zetten samen de koers uit, en inhoudelijk is er veel kennis en kwaliteit om het verder uit te werken.”

De ambitie? Een stevige verbinding tussen onderwijs, zorg en andere maatschappelijke partners. “Nu zijn zorg en onderwijs vaak nog gescheiden werelden. Daardoor missen we kansen. Als een kind jeugdzorg nodig heeft, of als het in het onderwijs vastloopt, levert dat schade op – aan het zelfvertrouwen, aan het toekomstperspectief. We moeten toe naar een situatie waarin het niet uitmaakt via welke route de ondersteuning komt, zolang het maar past bij wat het kind nodig heeft.”

Tuerlings noemt het voorbeeld van laaggeletterde ouders. “Ook dat heeft impact op het kind. Misschien kunnen ouders brieven niet lezen, of voelen ze zich bezwaard om hulp te vragen. Dan werkt het als een armoedeadviseur of iemand van het consultatiebureau gewoon in hetzelfde gebouw zit als de school, zo verlaag je de drempel. It takes a village to raise a child – en in deze tijd kun je eigenlijk zeggen: it takes a whole city.”

Toenemende diversiteit vraagt om maatwerk
Helmond is een stad in beweging. De regio groeit en internationaliseert snel. “Dat is mooi, maar het brengt ook uitdagingen met zich mee,” ziet Tuerlings. “Sommige kinderen komen uit landen waar pas op zevenjarige leeftijd met school wordt begonnen. In Nederland starten kinderen al op hun vierde – of eerder via kinderopvang. Die verschillen zorgen voor frictie. We moeten een onderwijsomgeving creëren die recht doet aan álle kinderen.”

Dromen van een generatie die klaar is voor de toekomst
Financiële middelen blijven een grote uitdaging. “Ik zou willen dat ik elke euro twee keer kon uitgeven,” zegt Tuerlings eerlijk. “We willen zó graag vooruit. Maar de middelen ontbreken vaak. Toch zetten we stappen, want stil blijven staan is geen optie.”

Zijn droom? “Dat jeugdzorg zoveel mogelijk een uitzondering wordt. Omdat kinderen zich goed voelen, gelukkig zijn, en het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben. Zodat ze het maximale uit zichzelf kunnen halen. En zodat ze opgroeien tot mensen die naar elkaar omkijken. Want dat is wat de wereld nodig heeft.”