Interview Marion Ooms

Orthopedagoog externe dienst SSOE

‘Het is zo fijn dat we met OZA nu echt kunnen experimenteren en onderzoeken wat wél werkt.’

Als Orthopedagoog is Marion werkzaam bij de ED (externe ambulante begeleidingsdienst) van SSOE, waar ze de onderwijsbehoeften van een kind in beeld brengt en leerkrachtvaardigheden versterkt. De ED van de SSOE is één van de aanbieders binnen de expertisearrangementen die binnen de OZA-experimenteerregeling vanuit het SWV ingezet kunnen worden. 

Aan kinderen die langdurig uitgevallen zijn in het onderwijs bieden we door middel van de experimenteerregeling de kans om onderwijs naar zorg te brengen om zo het onderwijsproces weer langzaam op te bouwen. Marion heeft bij een aantal van deze kinderen een mooie rol gehad om in beeld te brengen wat de leerbehoeftes zijn van het kind en onderwijs binnen de zorglocatie planmatig op te bouwen. Dit doet ze samen met collega’s Ellen van de Berkmortel, Merijn van Kempen en Karen Marseille, die de uitvoering van het onderwijs vormgeven.

Werkwijze bij thuiszitters
Marion: ‘Wanneer een school stoeit met een complexe casus, word ik in ingeschakeld door de thuiszitterscoördinator in samenwerking met een coördinator passend onderwijs van het SWV. We vliegen dan kortdurend in, we mengen ons in de cases, doen een observatie, sparren met elkaar over de mogelijkheden en luisteren naar ouders en leerkracht. Daarbij kijken we ook naar de krachten van het kind; waar loop je tegenaan, wat kan wél en hoe kunnen we het kind zo versterken om het in de kracht te zetten?’

‘Zo word ik ook betrokken bij leerlingen die dreigen uit te vallen, maar vaker worden wij betrokken wanneer het kind al thuis zit. Het liefst worden we er al eerder bij geroepen om samen proberen te voorkomen dat deze stap nodig is. OZA start vaak met een kind dat thuis of in zorg zit, en daardoor heeft het kind al een flinke teleurstelling te verwerken gehad voordat wij in beeld komen. Daarom is het belangrijk om eerst een band te vormen, veiligheid en een goede basis bieden. Dat doet zorg vaak heel zorgvuldig, voor ons vanuit OZA is het dan een kwestie van hierbij aanhaken.’

Samen kleine stapjes voor succes
Samenwerken staat echt voorop, aldus Marion: ‘Als orthopedagoog ben ik niet diegene die het onderwijs biedt. Ik denk vooral mee, doe de beeldvorming, kijk naar passende aanpak; wat is er nodig zodat het kind op school weer kan functioneren? Voor ieder kind werkt dit anders en dat vraagt best wat van een leerkracht, een leerling valt niet zomaar uit. Dan is er echt al veel geprobeerd. Samen zoeken we naar kleine stapjes om weer successen op te doen en kans op terugkeer te vergroten. Dat gaat altijd in samenwerking tussen de zorg- en de onderwijsprofessional; zij moeten het samen tot uitvoer brengen.’

Uitzonderingen maken wanneer nodig
De bekende uitdrukking “gelijke monniken, gelijke kappen” gaat daarbij allang niet meer op, vertelt Marion: ‘Vroeger ging alles vaak op één manier en daar moesten alle kinderen aan voldoen. Inmiddels weten we heel goed dat dat niet kan, ieder kind is anders, de onderlinge verschillen zijn groot en niet voor iedereen werkt hetzelfde. Juist niet. Wanneer je een uitzondering kan maken, kan het juist heel erg helpen in de ontwikkeling en de groei van een kind. We moeten uitzonderingen maken wanneer het nodig is.’

Experimenteren met wat wél werkt
En die uitzonderingen maken, daarvoor biedt de nieuwe OZA-experimenteerregeling ruimte. Binnen deze regeling is het mogelijk om af te wijken van bepaalde wet- en regelgeving en is er dus meer mogelijk om kinderen terug te bewegen naar school: ‘We kunnen hiermee echt goed kijken naar een kind. Daarbij beginnen we met het uitvallen op school, wat is er gebeurd, waarom is het kind uitgevallen? We werken met een fasenplan; van het bieden van zorg naar een combinatie van zorg en onderwijs en voor wie het mogelijk is naar een plekje op school. Dan is de eerste stap het bieden van veiligheid; het is oké, je bent goed zoals je bent en jij hebt mooie kwaliteiten. Maar hoe kun je anderen laten weten wat je nodig hebt? En hoe kun je je conformeren aan de wil van de ander?’

‘Met OZA zoeken we vervolgens naar een passende oplossing die niet binnen de bestaande regels valt. Zoals onderwijs bieden op zorglocaties bijvoorbeeld. Als dat de veilige plek is voor het kind, dan moeten we daar beginnen, daarna bouwen we verder. Het is zo fijn dat we met OZA nu echt kunnen experimenteren en onderzoeken wat wél werkt.’

Het eerste OZA-succesverhaal
En dat experiment toont al de eerste successen: ‘Zo is onlangs een leerling ingestroomd op de Antoon van Dijk-school in Helmond. Dankzij de mogelijkheden binnen de OZA-regeling hebben we met de zorg de stap kunnen maken naar school. Zo is de thuiszittende leerling in vier maanden opgebouwd van 1 uur per week tot fulltime naar school. We begonnen met: “ga maar eens een rondje lopen, een kijkje nemen in de klas, kennismaken met je nieuwe leerkracht en klasgenoten. Bekijk de boeken die je krijgt, waar je gaat gymmen.” Echt een zachte landing. Daarna met begeleiding in de klas en zo namen we steeds verder afstand. Het is echt heel gaaf om te zien dat het werkt.’

Voorzichtigheid van scholen
Een succesvolle case dus, maar er is duidelijk ook nog volop uitdaging. Marion: ‘We willen natuurlijk vaker en meer succesverhalen, maar het blijft best ingewikkeld. Ook voor scholen; een leerling is natuurlijk niet voor niks uitgevallen, dan is het spannend wanneer een leerling zich aanmeldt op een school. En dan geldt er natuurlijk ook de zorgplicht, dus daarmee zijn scholen erg voorzichtig.’

‘Ook zouden we liever nog vaker preventief werken; kunnen we ook zorg toevoegen aan school voordat er uitval heeft plaatsgevonden? Dat scheelt heel veel in zowel tijd als in de schade die het kind oploopt. Die wil je toch voorkomen? En dan hebben we natuurlijk ook een groep kinderen voor wie we merken dat een plekje op school echt teveel van ze vraagt, maar bij wie onderwijs wel zorgt voor een mooie ontwikkeling en zelfvertrouwen en trots. Wat bieden we deze doelgroep en hoe wordt dit gefinancierd? Dit is nog grijs gebied.’

Samenwerken met het SWV
‘Met het SWV heb ik veel contact, ik word regelmatig ingeschakeld voor een uitgevallen leerling. Dan nemen we het dossier door, ga ik de leerling observeren en met ouders en leerkracht/IB’er bespreken; zo brengen we de onderwijsbehoeften in kaart. Dan volgt er een advies voor de vervolgstappen. De lijntjes met het SWV zijn kort, ze weten ons goed te vinden en wij hun. Daarnaast zijn ze ook druk bezig met de OZA-regeling. Het is heel fijn om te merken dat we allemaal hetzelfde willen en dat we elkaar goed weten te vinden, we moeten het tenslotte samen doen.’ 

Toelichting: onderwijs-zorgarrangement-experimenteerregeling
SWV Helmond-Peelland PO heeft samen met haar betrokken partners een aanvraag ingediend om deel te nemen aan de OZA-experimenteerregeling. Oop 9 februari 2023 was de toestemming daar: hierdoor hebben we meer ruimte voor maatwerk aan kinderen die complexe ondersteuning nodig hebben in onderwijs en zorg. Een “OZA” is een tijdelijke maatwerkplek voor kinderen die (tijdelijk) niet of niet volledig naar school gaan. Voor deze kinderen werkt het SWV samen met partners aan het opnieuw deelnemen aan of opbouwen tot minimaal 50% regulier of speciaal onderwijs, mogelijk in combinatie met structurele jeugdzorg.