Column directeur-bestuurder Erik Wissink
“Luis in de pels!”
En dan is het in één keer eind mei; het overvalt me bijna iedere keer. In april volop bezig met allerlei plannen vanuit het idee dat er nog tijd genoeg is, dan komt de maand mei met een vakantie en dan realiseer je jezelf in één keer dat we alweer in de laatste fase van het schooljaar zitten.
Een schooljaar waarin we toch nog de nodige stappen willen zetten op een aantal dossiers, waaronder die van het jonge kind. Ik heb het hier al vaker over het jonge kind gehad vanuit het adagium: “niets doen is geen optie”. Dit naar aanleiding van onze conferentie op 10 januari jl. over het jonge kind, waarin de resultaten van de onderzoeken zijn gepresenteerd. Op basis hiervan hebben we een externe projectleider aangesteld.
Samen met vertegenwoordigers vanuit diverse organisaties vanuit specifieke verantwoordelijkheid spraken we over de uitdaging om jonge kinderen de meest passende kans te bieden op een zo positief- en regulier mogelijke ontwikkeling. Met vertegenwoordigers vanuit de voorschool, jeugdzorg, onderwijs en gemeenten hebben we een eerste stuurgroep bijeenkomst gehad, waarbij we afspraken om te komen tot een gezamenlijk ambitiedocument. Hieruit willen we verschillende projecten opstarten.
Projecten die vanuit de verschillende organisaties met eenzelfde ambitie worden gestart. Het spreekt voor zich dat we graag willen gaan starten – binnenkort meer!
Dan nu de luis in de pels. In de weken voor de meivakantie is het samenwerkingsverband regulier onderzocht door de inspectie, voor het vierjaarlijks onderzoek. De inspectie hanteert hiervoor een vastgesteld kader met een aantal standaarden. Enerzijds gericht op het realiseren van passend onderwijs en anderzijds op het kwaliteitsbeleid. We kijken terug op een positief kritisch onderzoek en zijn in afwachting van het definitieve rapport. We zijn wel blij om te melden dat we in ieder geval voldoen aan de gestelde eisen. De inspectie trof bij de vele gesprekspartners en het SWV de mooie ambitie aan om het goed te doen voor het kind. Natuurlijk gaat het onderzoek ook een aantal aandachtspunten opleveren die door ons ook herkend werden. Een motivatie temeer om hier nader aandacht aan te geven. Ook hierover later meer.
De inspectie is op deze wijze een goede luis in de pels door onafhankelijk kritisch naar de ontwikkelingen van een SWV te kijken. Deze ervaring hadden ook de leden van de OPR. Ook zij hebben een gesprek gevoerd; waarbij het ging over de wijze waarop medezeggenschap bij het SWV is geregeld. Dit leverde bij hen de nodige reflectie op die ze graag mee gaan nemen in de werkwijze van de OPR binnen het SWV:
– Op welke wijze is de OPR daadwerkelijk de kritische gesprekspartner van het SWV?
– Op welke wijze staat de OPR in verbinding met de diverse MR’en binnen het SWV?
Deze vragen waren onderwerp van gesprek tijdens de informatiebijeenkomst afgelopen 16 mei. Daarnaast werden vertegenwoordigers vanuit verschillende MR’en binnen het SWV geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen het SWV en de rol van de OPR. Op deze avond ontstonden naar aanleiding van de presentaties al mooie gesprekken, met als belangrijkste les: Hoe komen en blijven we in verbinding met de praktijk middels de diverse MR’en van de schoolbesturen? Zodat zij daadwerkelijk de luis in de pels van het SWV kunnen zijn, gevoed door de praktijk.
De OPR gaat zich de komende vergadering buigen over een communicatieplan om gerichter naar de praktijk te communiceren. Mooie stappen en oh ja…twee scholenkringen (Laarbeek/Nuenen en Gemert-Bakel/Boekel) hebben wegens het vertrek van twee leden weer nieuwe leden nodig vanuit de personeelsgeleding: ik zou zeggen grijp je kans!