Interview Hind Darid

Senior-adviseur sociaal domein – organisatieontwikkeling & Projectleider Experimenteerregeling OZA

Hind heeft een mooie rugzak aan ervaring opgedaan wat betreft jeugdhulp binnen het sociale domein. Het was dan ook geen verrassing toen ze unaniem werd gekozen tot externe projectleider voor de Experimenteerregeling Onderwijs-Zorgarrangementen (OZA). Maar wie is Hind en wat beweegt haar? Ze vertelt: ‘Ik studeerde Rechten aan de universiteit van Tilburg, met aansluitend de master Recht van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daar startte mijn reis met de gezondheidswereld.’

Stappen tot nu toe
‘Na mijn studie ben ik eerst de beleidskant in gegaan; als beleidsmedewerker bij de Nederlandse Zorgautoriteit en vervolgens als beleidsmedewerker Jeugdhulp bij de gemeente Geldrop-Mierlo. Vervolgens groeide ik al snel door naar programma manager, waar ik als ambtelijk manager verantwoordelijk was voor de inkoop van jeugdzorg voor 11 gemeenten. Na een aantal jaar kreeg ik de behoefte om mij breder te oriënteren, en meer te doen in sociaal maatschappelijke thema’s. Toen ben ik bij & Van de Laar terecht gekomen. Daar ben ik verantwoordelijk voor verschillende vraagstukken binnen het sociaal domein. En doe ik ook onderzoek naar samenwerkingen; hoe kunnen we dingen beter en anders doen? Hier kwam ook de opdracht van OZA op mijn pad.’

Experimenteerregeling OZA
Sinds februari 2023 participeert het SWV in de landelijke Experimenteerregeling OZA. Hind: ‘Deze regeling geeft heel veel ruimte om af te wijken van de wet- en regelgeving. Voor kinderen die nu moeite hebben om terug te komen op school, is het nu niet mogelijk om maatwerk te bieden. Dat maakt OZA zo’n mooie regeling, je kan afwijken om samen met het veld te experimenteren met veel minder beperkingen. Er wordt echt kind specifiek gekeken. We kunnen iets opbouwen voor de kinderen die nu niet naar school kunnen en ze hiermee de passende ondersteuning bieden die ze nodig hebben.’

Complex proces
Een interessante opdracht, aldus Hind: ‘Het samenspel is binnen dit experiment echt van belang. Het gaat om een hele belangrijke maatschappelijke opgave, wat bij mij al zorgt voor intrinsieke motivatie; kinderen zoveel mogelijk terugkrijgen naar onderwijs. Hoe mooi is het als je met je werk wat teruggeeft aan de maatschappij? Daar komt bij dat ik weet dat dit soort processen complex zijn, met name door het aantal verschillende partijen waar we mee te maken hebben. Het is belangrijk dat je daar op het juiste moment energie en sturing aan geeft. En dat allemaal voor een heel mooi doel.’

Communicatie en transparantie
De uitdaging zit dus vooral in de complexiteit door alle partijen. Maar wat maakt het dan zo moeilijk? Hind: ‘Iedere partij wil hetzelfde; dat kinderen teruggaan naar school. Maar alle partijen hebben als organisatie weer andere belangen en perspectieven. We moeten kijken naar welke rol en welke verantwoordelijkheden ieder heeft. Met elkaar communiceren en transparant zijn. Door openheid te stimuleren onderhouden we een goede relatie met elkaar en staat het kind altijd voorop. Daar gaat het om.’

Aanjagen, verbinden en aansturen
‘We moeten heel concreet bepalen wat we doen. Onze ambitie is duidelijk, maar hoe en waar we precies op in zetten is nog niet helder. Ik heb inmiddels met iedereen gesproken die de intentieverklaring getekend heeft en gevraagd; Waarom doe je mee? Welke rol zie je voor jezelf en wat zie je in de praktijk? Wanneer ben jij tevreden? Hierdoor kunnen we heel gericht aan de slag en met de projectgroep bedenken wat het probleempunt is. Hoe kunnen we de kinderen weer op school krijgen? Mijn taak daarin is aanjagen, verbinden, informatie ophalen, knelpunten benoemen en iedereen wijzen op zijn verantwoordelijkheden.’

De juiste dingen doen
Het SWV Helmond-Peelland PO maakt ook deel uit van de OZA-experimenteerregeling. Hind: ‘Bij het SWV is het duidelijk dat iedereen heel erg werkt vanuit zijn of haar intrinsieke motivatie. Bij de pitch voor het project was de eerste vraag van directeur-bestuurder Erik Wissink “Wat motiveert jou?”. Als dat je eerste vraag is, is het voor mij duidelijk waar ze voor staan en dat ze de juiste dingen doen.’

Blijven samenwerken
‘Wat betreft het project ben ik tevreden wanneer we zichtbare stappen zetten en we dus steeds meer kinderen laten terugkeren in het onderwijs. Dat houdt iedereen gemotiveerd om door te blijven gaan. Maar ook als ik zie dat we leren van eerdere casussen. Dat er een lerend vermogen ontstaat, waaruit blijkt dat de samenwerking zo is georganiseerd dat de partijen ook na OZA met elkaar blijven samenwerken. Of juist ook op andere terreinen, omdat ze zien wat het kan doen als je dingen samen doet.’